Hieronder geven we de financiële kaders weer, waarbinnen de Programmabegroting 2024 is opgesteld.
Indexeringen
De begroting wordt jaarlijks aangepast aan de verwachte inflatie, zodat de budgetten toereikend zijn om de reguliere taken uit te voeren. Wij hanteren niet één indexatiecijfer voor de begroting, maar meerdere:
- loonkosten: gebaseerd op cao-afspraken en/ of inschatting van de ontwikkeling van nieuwe cao-afspraken en ontwikkeling van de werkgeverslasten
- Materiële kosten: voor de verschillende soorten kosten hanteren we specifieke indexcijfers uit de sector.
- Inkomsten OZB en heffingen: het indexcijfer wordt berekend met de stijging van de loonkosten en reguliere materiële kosten.
Wij hebben de extra inkomsten van de indexatie van onze inkomsten (gemeentefonds, OZB en heffingen) nodig om onze uitgaven te indexeren voor loon- en prijsontwikkelingen.
Loonkosten
De nieuwe cao voor 2023 heeft een looptijd van één jaar. Dit betekent dat binnenkort de gesprekken voor nieuwe cao-afspraken gestart worden. Op basis van de CPB verwachting over de loonkostenontwikkeling in relatie tot de huidige cao is een inschatting gemaakt van het verwachte effect van de cao-afspraken op de loonkosten 2024 van 3,5%. Ook de ontwikkeling van de werkgeverslasten (met name bijdrage aan pensioenen) is van invloed op de ontwikkeling van de loonsom.
Materiële kosten
Wij hebben ervoor gekozen een gedifferentieerde index te hanteren, namelijk een index voor de Overheidsconsumptie (IMOC), Grond-, weg- en waterbouw index (GWW) en de Bouwindex (BDB). We hanteren een gemiddelde van drie jaren. Indien de index cijfer achteraf wordt bijgesteld, wordt het recente indexcijfer meegenomen in de eerst volgende berekening van het gemiddelde.
Voor zowel de subsidiebudgetten als de OZB-inkomsten en lokale heffingen hanteren we een gewogen index. Daarbij houden we rekening met de ontwikkeling van de loonkosten (70%) en de overheidsconsumptie (30%).
Omschrijving | Indexatie 2024 | Basis |
---|---|---|
Loonkosten | 3,5% | Verwachte loonkostenontwikkeling |
Materiële kosten | 5,0% | CPB overheidsconsumptie (IMOC), gemiddelde |
Weg en waterbouw | 8,2% | Grond-, weg- en waterbouw index (GWW), |
Bouwkosten | 5,3% | Bouwindex (BDB), gemiddelde van drie jaar |
Subsidiebudgetten/verbonden partijen budgetten | 4,0% | Gewogen gemiddelde van loon- en materiële x |
Belastingen en heffingen | 6,5% | Verwachte loon- en prijsontwikkelingen |
Omslagrente
Het renteomslagstelsel is geregeld in de gemeentelijke regelgeving. Dit stelsel houdt in dat de vermogenskosten aan de gemeentelijke programma's worden doorberekend op basis van de boekwaarde van de onderliggende investeringen. De rente die hiervoor wordt gehanteerd is de interne omslagrente. Deze rente wordt jaarlijks vastgesteld op basis van richtlijnen van de commissie BBV. De interne omslagrente is voor 2023 vastgesteld op 1,5%. Gezien de sterke stijging van zowel korte als lange rente in combinatie met een omvangrijke aanvullende financieringsbehoefte bestaat de mogelijkheid dat deze in 2024 naar boven wordt bijgesteld. De rentes stijgen onder andere als gevolg van de rentebesluiten van de Europese Centrale Bank. Als de rente blijft stijgen gedurende 2024 kan de rente worden aangepast op basis van BBV-regelgeving.
Gemeentefonds
De raming van het gemeentefonds is gebaseerd op meicirculaire 2023 met geactualiseerde waarden van maatstaven. Daarnaast is een aantal inschattingen gemaakt van nog te verwachten inkomsten voor bijv. aanvullende compensatie jeugdhulp, afschaffen extra korting op jeugdhulp uit het regeerakkoord, structureel afschaffen van de opschalingskorting en reële compensatie voor uitvoeringskosten van de Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging bouw (Wkb).
Ontwikkelingen inwoners en woningen
De ontwikkeling van het aantal inwoners en woningen zijn belangrijke parameters in de verdeling van de algemene uitkering gemeentefonds. Deze cijfers zijn daarnaast het uitgangspunt bij de berekening van de opbrengst onroerendezaakbelastingen en opbrengsten bouwleges. Ze worden ook gebruikt in de berekening van de benodigde maatschappelijke voorzieningen in het kader van de groei van de stad.
Omschrijving | 2025 | 2030 |
---|---|---|
Inwoners | 374.393 | 409.452 |
Omschrijving | 2022-2024 | 2025-2029 | 2030-2034 |
---|---|---|---|
Woningen | 6.418 | 19.366 | 18.580 |