Financiën

Actualisatie Financieel Beeld 2024

Actualisatie Financieel Beeld 2024

Sinds het vaststellen van de begroting 2023 is het financiële beeld aangepast aan actuele ontwikkelingen. Dit leidt tot het onderstaande geactualiseerde financieel beeld. Onder de tabel worden de ontwikkelingen toegelicht.

x €1.000

Financieel beeld 2024 - 2027

2024

2025

2026

2027

Structureel

Begroting 2023

0

0

0

-21.072

-21.072

A

Ontwikkelingen en extra inzet

-43.535

-44.933

-27.570

-56.703

-55.392

B

Uitwerking financiële strategie

30.464

41.862

49.023

74.764

76.464

C

Amendementen

21

-31

Kasschuif

13.049

3.102

-21.453

3.011

0

Saldo Voorjaarsnota 2023

0

0

0

0

0

D

Meicirculaire

-13.904

-13.414

-13.650

-15.131

-15.131

E

Meicirculaire: aanpassing risico-inschatting

0

0

-4.000

-3.000

-3.000

F

Autonome mutaties

-968

-118

-118

-118

-118

G

Technische wijzigingen

8.883

8.121

-2.800

-4.159

-2.593

H

Dekkingsvoorstellen: afname risico’s

8.900

2.500

Kasschuif

-2.911

2.911

0

0

0

Begroting 2024

0

0

-20.568

-22.408

-20.842

I

Risico-inschatting inkomsten Rijk

0

0

-15.028

-15.028

-15.028

Tekort zonder reële compensatie Rijk

0

0

-35.596

-37.436

-35.870

A  Ontwikkelingen en extra inzet

x €1.000

2024

2025

2026

2027

Structureel

A1

Financiële ontwikkelingen

23.801

25.570

45.364

17.199

18.510

A2

Prijsstijgingen

-29.814

-29.814

-29.814

-29.814

-29.814

A3

Knelpunten

-18.871

-22.286

-25.562

-26.984

-26.984

A4

Groeikader

-12.878

-12.878

-12.878

-12.878

-12.878

A5

Extra inzet voor beleid

-5.548

-5.301

-4.456

-4.001

-4.001

A6

Wensen van de raad

-225

-225

-225

-225

-225

Totaal

-43.535

-44.934

-27.571

-56.703

-55.392

A1 Financiële ontwikkelingen (18,5 miljoen euro voordeel)
Door extra inkomsten van het Rijk en de groei van de stad hebben we een positief saldo financiële ontwikkelingen.  

A2 Prijsstijgingen (-29,8 miljoen euro structureel)
De inflatie is vanaf 2022 sterk toegenomen en deze ontwikkeling werkt nog steeds door in 2023 en verder. Zo is er voor 2023 een hogere CAO afgesloten en deze werkt ook door in de indexaties van de materiële budgetten die hoger uitgevallen in 2024. De indexatie wordt voor een deel gecompenseerd door het gemeentefonds en indexatie van onze OZB en heffingen. Dit is echter niet toereikend om de extra kosten te dekken.

A3 Knelpunten (27,0 miljoen euro nadeel):
Op een aantal financiële ontwikkelingen hebben wij geen invloed. Het zijn ontwikkelingen die met zekerheid op ons afkomen en die we niet kunnen uitstellen of kunnen opvangen zonder inhoudelijk bijsturen van het beleid of door prioriteren binnen andere budgetten van het beleidsdoel. Te denken valt aan bijvoorbeeld het tekort binnen de Jeugdhulp en Wmo (structureel 21,2 miljoen euro te kort) en verplichte energiemaatregelen (structureel 3,5 miljoen euro te kort).

A4 Groeikader (12,9 miljoen euro nadeel)
De inkomsten door toename van het aantal inwoners en woningen gebruiken wij voor het opvangen van de gevolgen van de groei van de stad (‘groei voor groei’):

  • Toenemende kosten van uitvoering wettelijke taken (Referentiekader),
  • Voorzieningenstructuur van de Leidsche Rijn
  • Investeringen Groei in Balans (Meerjaren Programma Ruimte 2023).


A5 Beleidsaanpassingen (4,0 miljoen euro nadeel)
Noodzakelijke aanpassingen als gevolg van de ontwikkelingen vanaf 2023, zoals:

  • Bijsturing om daarmee kansenongelijkheid tegen te gaan
  • Maatregelen om de woningbouw op peil te houden
  • Aanvullend een aantal maatregelen op de energietransitie (minder ambitie op groen)
  • Investeren in wijken en in goede balans levendigheid en leefbaarheid
  • Investeren in de uitvoering
  • Extra actie op zeggenschap inwoners en ondernemers

A6 Wensen van de raad (0,225 miljoen euro nadeel)
Extra inzet voor versterken van het democratieprogramma en raadswissel.

B  Uitwerking financiële strategie
De financiële strategie lost het tekort in het financiële beeld van de Voorjaarsnota 2023 op. Deze strategie bestaat uit vier onderdelen.

x €1.000

Uitwerking financiële strategie

2024

2025

2026

2027

Structureel

B1

Risico-inschatting

20.432

22.222

24.936

48.498

51.598

B2

Aanvullende compensatie inflatie 2022

-1.309

191

-309

-309

-309

B3

Bijsturen op de huidige begroting

11.342

19.449

24.396

26.575

25.175

Totaal

30.464

41.862

49.023

74.764

76.464

B1 Risico-inschatting (51,6 miljoen euro voordeel)
We begroten onze inkomsten en kosten zo realistisch mogelijk en is er een inschatting gemaakt van de verwachte ontwikkelingen. Er is nog veel onzekerheid over de inkomsten van het Rijk. Wel is duidelijkheid dat er extra inkomsten zijn te verwachten. Daarom hebben wij inschatting gemaakt van:

  • Compensatie voor korting op het gemeentefonds vanaf 2026. Een korting van ca. 3 miljard euro is opgenomen in het regeerakkoord, zonder enige onderbouwing. Met deze korting staan de financiën van alle gemeenten onder druk en is de verdeling tussen de taken van gemeenten en de inkomsten van het Rijk uit balans. In de meicirculaire 2023 (zie hieronder) is het Rijk voor een deel tegemoet gekomen.
  • Hervormingsagenda jeugd. Lang is met het Rijk gesproken over een toereikende compensatie voor jeugdzorg en maatregelen om de kosten en vraagontwikkeling te verminderen. In april 2023 is een voorlopige akkoord bereikt over aanvullende compensatie van gemeenten. Op basis van de hoofdlijn van dit akkoord hebben wij een inschatting gemaakt voor extra inkomsten voor Utrecht, deze zijn in de meicirculaire 2023 (zie hieronder) voor 2024 en 2025 toegekend.
  • Ontwikkelingen bestaand beleid. In de reguliere systematiek van het gemeentefonds worden budgetten toegekend voor prijsindexatie, volumegroei en een afrekening met het saldo uit het BTW-compensatiefonds. Van deze posten hebben wij een inschatting gemaakt.

Ook is bij het opstellen van de meerjarenplannen van onze investeringen is rekening gehouden met planningsoptimise, het tempo waarin de investeringen in de praktijk worden gerealiseerd.

B2 Aanvullende compensatie inflatie 2022 (0,31 miljoen euro nadeel)
In 2022 zijn de prijzen flink gestegen, dit heeft ook een effect op de uitgaven van de gemeente voor bijvoorbeeld contracten, bouwkosten en stijgende kosten bij maatschappelijke partners. Door alle budgetten generiek te verhogen met een aanvullende indexatie, sluit de begroting weer aan op een actueel en reëel prijsniveau.

B3 Bijsturen op de huidige begroting (25,2 miljoen euro voordeel)
Om de begroting weer in evenwicht te brengen hebben wij ook gekeken naar onze ambities en hebben keuzes gemaakt om een aantal budgetten te verlagen. Dit betref:

  • Verhogen van de inkomsten (3,7 miljoen euro). Een aantal kostendekkende tarieven (leges en huur) zijn gericht verhoogd. Alleen voor knelpunten verhogen we de kostenstijging die is gekoppeld aan dat tarief.
  • Bezuiniging en bijstelling op de reguliere begroting (20,2 miljoen euro). Voor alle ontwikkelingen uit de voorjaarsnota is binnen het programma gekeken naar bezuinigingsmogelijkheden, gericht op het alternatief inzetten van bestaande middelen of het aanpassen van het reguliere beleid. Naast incidentele dekkingen worden ook structureel budgetten bijgesteld, zoals:
    • T aakstelling jeugdwet en Wmo (15,4 miljoen euro): deze wordt volgens de vijf uitgangspunten gerealiseerd binnen het brede sociale domein, waarbij de Utrechtse basis blijft behouden, overeenkomstig amendement Utrechtse basis is een absoluut minimum bij bezuinigingen.” Mocht bij de invulling ook het 5e uitgangspunt noodzakelijk zijn wordt er breder in de begroting gezocht naar bezuinigingsmogelijkheden langs de lijnen van het amendement ‘Utrechtse basis is een absoluut minimum’
    • Ruimte parkeerexploitatie (0,7 miljoen euro)
    • In de tijd prioriteren sporthal Vleuten De Meern boven Voordorp (0,6 miljoen euro)
    • Dividend aanpassen aan prognose (0,6 miljoen euro)
    • Inzet middelen topcultuur (0,5 miljoen euro)
  • Ambities uit het coalitieakkoord te verlagen of vertragen (1,2 miljoen euro) voor:
    • Cultuur
    • Digitale weerbaarheid
    • Onderhoud locaties natuureducatie
    • Economische uitvoeringskracht

C  Amendementen
Bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2023 in de raad zijn twee amendementen aangenomen:

De dekking van deze voorstellen loopt niet gelijk met de verwachte inzet van deze middelen en worden daarom met een kasschuif via de Algemene dekkingsreserve verevend.

D  Meicirculaire 2023

x €1.000

2024

2025

2026

2027

Structureel

D1

Risico inschatting

-4.132

-5.175

0

-430

-430

D2

Wijziging systematiek

-2.844

-3.327

-7.835

-9.543

-9.543

D3

Reguliere bijstelling

-6.928

-4.912

-5.815

-5.158

-5.158

Totaal

-13.904

-13.414

-13.650

-15.131

-15.131

D1 Risico-inschatting (0,43 miljoen euro nadeel)
In het financiële beeld hebben we rekening gehouden met inkomsten van het Rijk die op dat moment nog onzeker waren, deze zijn toegelicht in de voorjaarsnota’s van 2022 en 2023 en de Begroting 2023. In deze meicirculaire zijn voor twee van deze inschattingen extra middelen ontvangen.  

  • Korting gemeentefonds uit regeerakkoord
    In het regeerakkoord is het gemeentefonds vanaf 2026 gekort, met het oog op het verbreden van het lokale belastinggebied. De verbreding van het belastinggebied wordt niet op de korte termijn verwacht. Daarom heeft het kabinet besloten om gemeenten te compenseren voor de korting op het gemeentefonds.
    In de Voorjaarsnota 2023 hadden we een risico-inschatting gemaakt voor de korting van het gemeentefonds van 20 miljoen euro vanaf 2027. De meicirculaire laat zien dat het Rijk toch deels gaat compenseren, de compensatie is 0,43 miljoen euro lager uitgevallen. Dit wordt als structureel nadeel op het meerjarenbeeld verwerkt (zie tabel).
  • Principeakkoord jeugd
    Voor de jaren 2024 en 2025 zijn extra middelen uit het principeakkoord Jeugd aan het gemeentefonds toegevoegd. Dit is minder dan wij hadden verwacht en is waarschijnlijk het effect van de herijking van het gemeentefonds. Dit geeft een tekort in de jaren 2024 en 2025.

D2 Wijziging van systematiek (9,5 miljoen euro nadeel)

  • Indexatie van het gemeentefonds
    Het rijk heeft de systematiek van het toekennen van indexatie aan het gemeentefonds gewijzigd. In plaats van de indexering van een jaar structureel aan alle jaren toe te kennen, wordt dit vanaf het jaar 2026 bepaald op basis van de hoogte van het gemeentefonds. Omdat het gemeentefonds vanaf 2026 flink in omvang daalt (zie hierboven), ontvangen we een lagere compensatie. Dit geeft in 2026 een tekort van 4,4 miljoen euro en deze loopt in 2027 op naar 6,1 miljoen euro.
  • Aanvullende compensatie voor inflatie 2022
    In de Najaarsrapportage 2022 van het Rijk is aangekondigd dat gemeenten aanvullend gecompenseerd worden voor de effecten van de sterk stijgende lonen en prijzen in 2022. Dit extra geld is onder meer bedoeld om maatschappelijke instellingen te compenseren. Hiervoor was in december 2022 300 miljoen euro gereserveerd, echter in de Voorjaarsnota is dit budget verlaagd naar 127 miljoen euro. Dit is het effect van de keuze om alleen de stijging van de materiële indexatie aanvullend te compenseren en het effect van de stijgende loonkosten niet mee te nemen. Dit geeft een structureel nadeel van 3,5 miljoen euro ten opzichte van onze verwachting uit de Voorjaarsnota 2023, deze was gebaseerd op de 300 miljoen euro die het Rijk had afgegeven.

D3 Reguliere bijstelling (5,2 miljoen euro nadeel)
Jaarlijks worden de WOZ-waarden en hoeveelheden aangepast aan recente prognose. Doordat de WOZ-waarde in Utrecht sterker stijgt dan het landelijk gemiddelde, neemt de korting op het gemeentefonds toe. Zowel landelijk als in Utrecht neemt het verwachte aantal bijstandsgerechtigden af en daarmee ook de inkomsten uit het gemeentefonds. Dit verklaart voor een groot deel de hoeveelheidsverschillen.

E  Meicirculaire Aanpassing risico-inschatting

In deze meicirculaire is een aantal risico-inschattingen financieel vertaald en is de prijscompensatie toegekend, daarmee neemt het totaal aan risico’s af. Echter de kans dat deze zich voordoen is wel toegenomen. De extra inkomsten die wij van het Rijk verwachten zijn onder andere: compensatie jeugdhulp vanaf 2026, vervallen van de extra korting op de jeugdhulp en het definitief afschaffen van de opschalingskorting.
Voor de hervormingsagenda jeugd hebben wij de inschatting met 3 miljoen euro structureel verlaagd, omdat we voor de jaren 2024 en 2025 minder hebben ontvangen dan ingeschat. Dit is met name het gevolg van de doorwerking van de herijking van het gemeentefonds.

F Autonome mutaties

De aanvullende compensatie voor prijseffecten uit de Voorjaarsnota 2023 was niet toereikend voor de knelpunten van de bibliotheek (incidenteel) en VNG-contributie (structureel). Daarbij is er budget voor de uitvoering van uitkomsten van het eerste burgerberaad gereserveerd. In de begroting is het benodigde budget aangevuld.

G Technische wijzigingen
In het proces van het opstellen van de Begroting 2024 zijn extra controles uitgevoerd op complexe financiële onderdelen, dit leidt tot enkele correcties. Deze worden hieronder toegelicht. Om in de toekomst dergelijke herberekeningen tot een minimum te beperken zijn aanvullende maatregelen genomen om de controles van complexe financiële dossiers eerder en beter te borgen. Dit wordt meegenomen in de Voorjaarsnota 2024.
De berekening van de algemene uitkering wordt steeds complexer. Daarom doen we richting VJN 2024 nog extra controles op onze aannames en berekeningen.

x €1.000

Technische wijzigingen

2024

2025

2026

2027

Structureel

G1

Herrekening cao

6.600

6.600

6.600

6.600

6.600

G2

Aansluitverschil Algemene uitkering

-11.700

0

-10.318

-11.290

-11.290

G2

Aansluitverschil: kasschuif

11.700

0

0

0

0

G3

Herrekening Algemene reserves

2.283

1.521

918

531

2.097

Totaal

8.883

8.121

-2.800

-4.159

-2.593

G1 Herrekening cao (6,6 miljoen euro voordeel)
De financiële vertaling de nieuwe cao voor 2023 is herrekend, waardoor het percentage lager is uitgevallen. Dit geeft een voordeel van ca. 6,6 miljoen euro op het financieel beeld. Dit percentage wordt ook gehanteerd bij de indexatie van:

  • Herberekening van de nieuwe CAO 8 miljoen euro voordeel
  • OZB en heffingen: de indexering voor 2024 is aangepast met deze lager indexatie voor de loonkosten. Hiermee zijn ook de begrote inkomsten verlaagd. Dit resulteert in een nadeel van 1,4 miljoen.
  • Subsidies: de indexatie voor subsidiebudgetten 2024 is niet verlaagd, omdat deze bij de Voorjaarsnota 2023 zijn gecommuniceerd naar onze partners en zij hier hun begroting 2024 op baseren. Bij de berekening van de subsidie index 2025 wordt de lagere cao indexatie verrekend met het nieuw vast te stellen percentage bij de Voorjaarsnota 2024. Het financiële effect is niet in deze begroting meegenomen

G2 Aansluitverschil Algemene uitkering (11,3 miljoen euro nadeel)
Bij het opstellen van de begroting is gebleken dat de onderliggende berekeningen niet aansluiten met het begrote budget. Vanaf 2026 geeft dit een structureel tekort van 11,3 miljoen euro.
Ook is in 2024 het effect van de opschalingskorting dubbel begroot, om het tekort 2024 te dekken wordt het voordeel van de cao herberekening uit 2023 ingezet middels een kasschuif.

G3 Herrekening Algemene reserves (2,0 miljoen euro structureel voordeel)
Ook bij de Algemene reserves is een aantal correcties doorgevoerd, deze hebben betrekking op voorgaande jaren en kunnen, overeenkomstig eerdere besluitvorming, vervallen.

H Dekkingsvoorstellen: lagere risico's
Om risico’s op te vangen hebben we in de begroting hiervoor zowel budgetten als reserves gereserveerd. Bij het opstellen van de Begroting 2024 zijn de risico’s geactualiseerd en blijkt een aantal budgetten niet meer noodzakelijk.

x €1.000

 

Dekkingsvoorstellen: lagere risico's

2024

2025

2026

2027

Structureel

H1

Vrijval budget extreme prijsstijgingen

2.500

2.500

0

0

0

H2

Vrijval Algemene reserve i.v.m. risicoprofiel

6.400

Totaal

8.900

2.500

0

0

0

H1 Budget extreme prijsstijgingen (5 miljoen euro incidenteel voordeel). Wij hebben de budgetten van de begroting structureel verhoogd voor de inflatie 2022. Nu de inflatie zich stabieler ontwikkelt en afneemt is gemaakte reservering voor extreme prijsstijgingen niet meer noodzakelijk.
H2 Algemene reserve (incidenteel 6,4 miljoen euro voordeel): het weerstandsvermogen is meer dan toereikend om de risico’s op te vangen. Daarom kan het saldo van de Algemene reserve worden verlaagd, zie voor een toelichting de paragraaf Weerstandsvermogen.

I Risico-inschatting: reële compensatie Rijk
In de begroting hebben wij inschattingen voor extra inkomsten van het rijk opgenomen o.a.:

  • Compensatie jeugdhulp vanaf 2026 (14,6 miljoen euro structureel)
  • Vervallen van de extra korting op de jeugdhulp (8,5 miljoen euro structureel)
  • Het definitief afschaffen van de opschalingskorting (15 miljoen euro structureel).
  • Reële compensatie uitvoeringskosten Omgevingswet en Wet kwaliteitsboring bouw (1,8 miljoen euro structureel)
  • Voortzetten POK-middelen (2,8 miljoen euro).

De compensatie voor de jeugdhulp en het definitief afschaffen van de opschalingskorting bedragen beide circa 15 miljoen euro. Gezien de politieke druk op het nu goed regelen van de jeugdzorg schatten wij in dat het nieuwe kabinet de ingezette lijn met de hervormingsagenda zal voortzetten.
Voor de opschalingskorting schatten we het risico op geen of een lagere compensatie hoger in. Ondanks dat er geen beleidsmatige onderbouwing aan deze korting ten grondslag ligt (zoals ook door het CPB is aangegeven) kan deze korting worden aangemerkt als bezuinigingsmaatregel door het Rijk. Dit staat haaks op de uitgangspunten van de financiële verhoudingen, waarbij er sprake is van een evenwicht tussen de taken van gemeenten en de inkomsten van het Rijk naast bijv. voldoende beleidsvrije ruimte voor gemeenten. Deze bezuiniging zal een impact hebben op de taken die gemeenten uitvoeren en moeten keuzes gemaakt worden in wat gaan we niet meer of minder doen.

Deze pagina is gebouwd op 11/08/2023 12:43:23 met de export van 11/08/2023 12:22:10