Inleiding
Op 20 november 2014 heeft de gemeenteraad een besluit genomen over de economische activiteiten die, in het algemeen belang, door de gemeente worden aangeboden onder de integrale kostprijs. Op grond van de Wet markt en overheid is zo’n algemeenbelangbesluit vereist.
Hierbij is eveneens besloten jaarlijks een geactualiseerde lijst toe te voegen aan de P&C-cyclus, zodat deze door de gemeenteraad beoordeeld kan worden. Hieronder volgt de actuele lijst voor de Programmabegroting 2023.
Economische activiteiten
De volgende activiteiten worden in het algemeen belang onder de kostprijs aangeboden. Bij iedere activiteit is een motivering opgenomen.
1. Bevoorrading horeca aan de werven met elektrische boot (VERVALLEN)
Vervallen, deze activiteit is inmiddels meer dan 100% kostendekkend.
2. Kredietverlening: (vervallen: sociale leningen en) saneringskredieten
Binnen het dienstenpakket van Werk en Inkomen komt kredietverlening voor. De kredietverstrekking vindt plaats onder de entiteit Kredietbank, een onderdeel van Werk en Inkomen. De Kredietbank valt onder de reikwijdte van de Wet Fido en valt qua toezicht onder de AFM. Daarnaast conformeert de kredietbank zich aan de gedragscode Sociale Kredietverlening, opgesteld door de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK).
Eén van de gedragscodes houdt in dat de kredietbank handelt zonder winstoogmerk. Het te hanteren rentepercentage bevindt zich dan ook in de onderkant van de markt. Daarnaast wordt een sociaal incassobeleid toegepast. De dienstverlening is nauw verweven met de Schulddienstverlening en stelt Werk en Inkomen in staat daadkrachtig de schuldenproblematiek van onze cliënten aan te pakken.
De vraag of de Wet Markt en Overheid van de toepassing is bij Kredietverlening moet bevestigend worden beantwoord. De door Werk en Inkomen gehanteerde rentepercentages volgen de markt, waarbij de rentepercentages zich duidelijk aan de onderkant van de markt bevinden.
De markt vult echter niet het gat van het door Werk en Inkomen aangeboden leenstelsel op. Het saneringskrediet is een onderdeel binnen de schulddienstverlening en zonder dit krediet slaagt de sanering niet. (Vervallen: De sociale leningen kennen een zeer beperkte doelgroep waarbij de hoogte van het krediet zeer beperkt is. Zouden onze cliënten zich tot de markt wenden dan zijn ze aangewezen op, door het intrinsieke risico dat zij met zich meedragen, het duurste aanbod in de markt. Dit staat haaks op het beleid van Werk en Inkomen. Vandaar dat deze economische activiteit onder kostprijs wordt aangeboden.)
3. Voorlichting seksuele gezondheid op het MBO (VERVALLEN)
Vervallen conform verwachting.
4. Weerbaarheidstraining Kom op voor Jezelf (VERVALLEN).
Vervallen conform verwachting.
5. Sportvoorzieningen en welzijnsvoorzieningen voor de inwoners van Utrecht
Sportparken, zwembaden, sporthallen, welzijnsvoorzieningen, sport en spelmaterialen et cetera worden onder integrale kostprijs aangeboden. De activiteiten dienen de volksgezondheid, het welzijn en zelfredzaamheid van de burger en het gebruik van deze producten is zonder financiële stimulering niet voor iedereen weggelegd. Voor deze producten ontstaat een onrechtvaardig hoge uitkomst (entree/ huur) als de integrale kostprijs wordt doorgevoerd, wat de toegankelijkheid van dergelijke voorzieningen voor alle bevolkingsgroepen in het kader van welzijn en volksgezondheid ernstig kan gaan belemmeren. Het is in het algemeen belang van alle inwoners van de gemeente dat deze voorzieningen toegankelijk en bereikbaar zijn.
6. Verhuur accommodaties ten behoeve van sport, gezondheid en welzijn
Sport-, gezondheids- en welzijnsaccommodaties hebben verschillende maatschappelijke functies, zoals het tegengaan van hangjongeren, bevordering van integratie, het bewerkstelligen van een goed woon- en vestigingsklimaat, opvang dak- en thuislozen, junks, blijf van mijn lijfhuis, et cetera. In het bijzonder ziet de gemeente een belangrijke maatschappelijke rol weggelegd voor sportverenigingen en welzijnsorganisaties die een samenbindende functie in de wijk vervullen dan wel instellingen die een verzorgende of maatschappelijke taak vervullen. Deze organisaties hebben in de regel geen financiële middelen om marktconforme huurprijzen te betalen voor huisvesting en zijn voor hun bestaan aangewezen op hulp van bijvoorbeeld de overheid. Ook de aan de functie ondersteunende horeca wordt hieronder geschaard, zoals horeca ondersteunend aan het zwembad, de sporthal, multifunctionele accommodaties, et cetera.
7. Beschikbaar stellen van gemeentelijke gebouwen aan bewoners(groepen), belangengroepen en maatschappelijke instellingen voor sociale, (natuur) educatieve en culturele activiteiten
Met het beschikbaar stellen van gebouwen aan bewoners(groepen), belangengroepen en maatschappelijke instellingen voor sociale, (natuur) educatieve en culturele activiteiten, bevordert de gemeente de participatie in de samenleving en wordt de kracht van de stad ondersteund. Er is een risico dat concurrentieverstoring kan ontstaan met andere ondernemingen die binnen de gemeentegrenzen actief zijn op het gebied van verhuur van gebouwen. Hierbij moet in aanmerking worden genomen dat de accommodaties uitsluitend gebruikt gaan worden als openbaar gebouw ten behoeve van doelgroepen zonder winstoogmerk. Deze doelgroepen hebben in de regel geen financiële middelen om marktconforme huurprijzen te betalen voor huisvesting. Door uitsluitend non-profitdoelgroepen de mogelijkheid te geven onder integrale kostprijs een gebouw of ruimte te huren, wordt gewaarborgd dat er geen concurrentievervalsing gaat plaatsvinden met ondernemers die in deze sector actief zijn.
8. Tijdelijke verhuur vastgoed vanwege antikraak, strategisch bezit, of voorraadfunctie
Tijdelijke verhuur is soms noodzakelijk. Partijen die tijdelijk huren weten dat zij op termijn het pand moeten verlaten en daarom zullen zij niet investeren in het pand om langdurig te blijven zitten waardoor een hoge huurprijs gelijk aan integrale kostprijs niet betaald zal worden. Marktpartijen gebruiken ook constructies met tijdelijke verhuur waarbij geen integrale kostprijs maar marktprijs wordt verlangd. De marktprijs is bepaald op wat een potentiële huurder bereid is te betalen. De marktprijs kan daardoor lager liggen dan de integrale kostprijs. Het ontbreken van huurbescherming voor tijdelijke huurcontracten is overigens ook een reden om niet de integrale kostprijs door te rekenen in de huurprijs. Een potentiële huurder loopt risico’s omdat hij geen zeker bestaan heeft in het gehuurde object. Dit rechtvaardigt een lagere prijs.
Door uit te gaan van integrale kostprijs in plaats van marktprijs, loopt de gemeente gevaar dat panden helemaal niet meer tijdelijk verhuurd kunnen worden met alle nadelen van dien, zoals geen beheer en onderhoud en verloedering.
9. Onrendabele top bij verhuur, verkoop of andere vervreemding vastgoed of grond (negatieve grondexploitatie)
Bij vastgoed- of grondvervreemding of verhuur (anders dan bedoeld bij punt 5, 6, 7 en 8) wordt de marktprijs aangehouden. Dit is gebruikelijk binnen die markt. De kostprijs is afhankelijk van de investering die is gedaan bij het verkrijgen, oprichten of renoveren van het vastgoed of de grond. Deze investering kan hoger zijn dan de marktprijs bij verhuur, verkoop of andere vervreemding. In het algemeen belang kan dat nodig zijn om verloedering van de stad tegen te gaan, de stad op strategische punten te verfraaien of een extra investering te doen bij een grote gebiedsontwikkeling, waarbij de markt soms niet de wil of mogelijkheid heeft om te investeren. De afweging waarom en op welke wijze wordt geïnvesteerd vindt overigens plaats in de raadsvoorstellen inzake de exploitaties.
10. Het bieden van parkeergelegenheid in belanghebbende garages
Binnen de Gemeente Utrecht bevindt zich een achttal zogenaamde belanghebbende parkeergarages. Tegen betaling kan gebruik worden gemaakt van deze parkeervoorzieningen. Uniek aan deze afgesloten parkeergelegenheden is dat ze allemaal gelegen zijn in, en nabij, de drukke binnenstad van Utrecht. Op deze locaties is er sprake van een beperkt aantal parkeerplaatsen, hoewel de bevolkingsdichtheid zeer hoog is in vergelijking met minder stedelijke gebieden. Voor bewoners van deze omgeving is het mogelijk om een parkeervergunning aan te schaffen. Echter, doordat er in de openbare ruimte weinig parkeerplekken zijn in verhouding tot het relatief hoge aantal bewoners, is het lang niet altijd mogelijk een parkeervergunning te bemachtigen. De belanghebbende parkeergarages bieden in dit kader een alternatief/verruiming van de capaciteit. Het heffen van parkeerbelasting in de vorm van vergunningen is sec geen economische activiteit. Echter, het aanbieden van inpandige parkeergelegenheid is een economische activiteit die tevens door marktpartijen kan worden aangeboden. In de desbetreffende wijken is een inpandige parkeervoorziening economisch niet aantrekkelijk, aangezien het alleen om bewoners gaat. Het is niet wenselijk om een grote commerciële parkeergelegenheid zich in deze gebieden te laten huisvesten. De (externe) verkeersdruk (van auto’s) en de hiermee samenhangende algehele leefbaarheid in deze centraal stedelijke woonwijken zou hierdoor in het geding komen. Met belanghebbende garages wordt meer capaciteit gecreëerd, zonder dat dit ten koste gaat van de openbare ruimte en leefbaarheid. Omdat de belanghebbende garages in het verlengde liggen van de bewonersvergunningen voor het straatparkeren is het alleen mogelijk om een abonnement te krijgen wanneer je daadwerkelijk in de wijk woont waarin de belanghebbende garage staat. Derhalve zijn belanghebbende garages een economische activiteit die wordt uitgevoerd in het algemeen belang.
11. In eigendom hebben en exploiteren parkeergelegenheid in openbare garages
De Gemeente Utrecht heeft verschillende openbare parkeergarages (Grifthoek, Kruisstraat, de Kop van Lombok, Vaartsche Rijn, Croeselaan en Berlijnplein) in eigendom. Op dit moment worden deze openbare parkeergarages kostendekkend geëxploiteerd. Het is echter mogelijk dat in volgende jaren de baten en lasten zich zodanig ontwikkelen dat de openbare garages in het algemeen belang onder de kostprijs zullen worden geëxploiteerd. De voornaamste redenen hiervoor zijn:
- Het verplaatsen van autoparkeren van de straat naar de garage. Dit verbetert de openbare ruimte en het straatbeeld van de historische binnenstad van Utrecht.
- Het invloed kunnen uitoefenen op de parkeerstromen in het centrum (meer spreiding over de stad). Hierbij is het streven minder auto’s door de binnenstad te laten rijden, maar deze aan de randen van de stad inpandig te laten parkeren.
- In het geval van de Vaartsche Rijn- en de Croeselaangarage speelt mee dat een parkeergarage in de omgeving de gebiedsontwikkeling kan bevorderen. Door uitbreiding van functies zal de parkeerdruk in deze gebieden toenemen en is een verhoogde parkeercapaciteit nodig. In plaats van verschillende parkeervoorzieningen in het gebied, kan hierdoor het parkeren centraal geregeld worden.
De prijsstelling van een aantal specifieke producten, zoals abonnementen voor bewoners of deelautoaanbieders in de gemeentelijke parkeergarages is niet gebaseerd op een integraal kostprijstarief, maar op de verwachte prijs die de doelgroep bereid is te betalen voor het stallen van zijn auto in een parkeergarage in plaats van op straat. Daarnaast dient de prijs voor kortparkeren lager te liggen dan het straatparkeertarief in het gebied. Ook hebben niet alle garages even hoge kosten, dit zorgt voor een verscheidenheid aan verschillende tarieven. Dit is onwenselijk aangezien hierdoor een differentiatie optreedt tussen verschillende delen van de stad. Bovenstaande kan er zelfs voor zorgen dat een hoger tarief zou moeten worden gevraagd dan voor parkeren op straat. Dat effect doorkruist de doelstellingen van het beleid rondom garageparkeren.
12. Het bieden van parkeergelegenheid in P+R-voorzieningen
De Gemeente Utrecht heeft momenteel vier parkeervoorzieningen aan de randen van de stad (P+R Westraven, P+R de Uithof en P+R Papendorp). Tegen betaling kan geparkeerd worden op deze locaties en afhankelijk van de locatie, worden overgestapt op een tram, bus of deelfiets richting het centrum van Utrecht. Er is hier sprake van een economische activiteit.
Voor deze activiteit wordt geen integraal kostprijstarief gevraagd. Net als bij de andere (fiets-) parkeervoorzieningen is niet de kostprijs van de voorziening leidend bij het bepalen van de prijs, maar een inschatting van de optimale prijs voor het bereiken van de beleidsdoelstellingen. Om automobilisten te verleiden niet de stad in te rijden, maar hun auto te parkeren aan de rand van de stad om vervolgens over te stappen op het openbaar vervoer, dient er sprake te zijn van een aantrekkelijk, relatief lager tarief. Net als bij andere parkeergarages wordt er bij de ene P+R-voorziening meer gebruik gemaakt van het P+R-product, dan bij de andere. Ook zijn de kosten van verschillende garages niet altijd gelijk aan elkaar. Daarnaast is het zo dat het P+R-tarief sowieso onder de kostprijs ligt. Het doorbelasten van het integrale kostprijstarief aan P+R-gebruikers doorkruist de doelstellingen van het P+R beleid.
Dit beleid voorziet in het verminderen van het aantal auto’s in Utrecht. Minder auto’s betekent minder vervuiling, betere doorstroming en in grote lijnen een verbeterde leefbaarheid en bereikbaarheid van de Gemeente Utrecht. Derhalve kan er gesproken worden van een economische activiteit in het algemeen belang.
13. Exploitatie van fietsenstallingen
De Gemeente Utrecht heeft verschillende fietsenstallingen in exploitatie. Het betreft hier een economische activiteit waarbij geen sprake is van doorberekening van integrale kostprijs. Immers, het stallen van fietsen is in Utrecht (de eerste 24 uur) gratis. De integrale kosten van het fietsparkeren zijn dusdanig hoog dat er bij een bescheiden vergoeding voor fietsparkeren geen sprake is van de integrale kostprijs. De prijsstelling van fietsparkeervoorzieningen ligt in lijn met de ambities van Utrecht op het gebied van fietsgebruik. Utrecht wil fietsstad nummer 1 van Nederland blijven. Een stad waarin de fiets het primaire vervoersmiddel is. Deze ambitie wordt gevoed door de wens om (de vrees voor) fietsdiefstal te verminderen en voetgangersruimte te vergroten door minder fietsen in de openbare ruimte te laten stallen. Daarnaast draagt fietsverkeer bij aan het terugdringen van het autoverkeer in de stad, wat goed is voor, enerzijds, de luchtkwaliteit in het centrum, anderzijds, de doorstroming van het verkeer. Ten derde is het voor de inwoners gezond om lichaamsbeweging per fiets te hebben.
Het alternatief voor het door de gemeente laten exploiteren van deze fietsenstallingen is een marktpartij die de fietsparkeervoorzieningen aanbiedt. Deze marktpartij zal een rendabel verdienmodel moeten hanteren om de fietsparkeervoorziening te kunnen blijven aanbieden. Dit betekent dat niet alleen de integrale kostprijs van de voorziening zal worden doorbelast aan de klant, maar tevens een marge om het winstoogmerk van een private onderneming te kunnen realiseren. Dit resulteert in een prijs voor het stallen van fietsen die aanmerkelijk hoger zal liggen dan de prijs waarvoor de gemeente deze dienst aanbiedt. Een hoge(re) prijs voor het stallen van fietsen leidt ertoe dat mensen niet bereid zullen zijn hun fietsen te stallen in stallingsvoorzieningen en fietsgebruik niet verder wordt gestimuleerd. Hierdoor komen de doelstellingen van het fiets- en voetgangersbeleid in het geding. Het belang van deze doelstellingen voor Utrecht is zwaarwegend.
14. Het bieden van fietsparkeergelegenheid in buurtfietsenstallingen en fietstrommels
De gemeente biedt tegen betaling stallingsplekken voor fietsen aan in buurtstallingen en fietstrommels. Het aanbieden van deze voorzieningen ligt in lijn met het fiets(-parkeer) beleid zoals weergegeven in het onderdeel ‘exploitatie van fietsenstallingen’. Buurtfietsenstallingen en trommels bevinden zich voornamelijk in de wijken. Waar het bij openbare fietsenstallingen vooral gaat over de binnenstad en het stationsgebied, richten buurtfietsenstallingen en fietstrommels zich voornamelijk op een leefbare openbare ruimte in de woonwijken, waar inpandige fietsenbergingen niet aanwezig zijn.
De tarifering voor een abonnement voor een buurtstalling of voor een fietstrommel wordt, net als bij andere parkeervoorzieningen, bepaald op basis van een inschatting van de kosten die mensen bereid zijn te maken voor het inpandig stallen van hun fiets. Dit resulteert in een tarief dat niet gelijk is aan de integrale kostprijs van een locatie. Aangezien niet alle voorzieningen even hoge kosten hebben, zou een veelvoud aan tarieven voor buurtstallingen kunnen ontstaan. Wanneer de integrale kostprijs wordt doorbelast, zal de prijs voor een abonnement gemiddeld toenemen waardoor de realisatie van de doelstellingen van het beleid in gevaar komt.
15. Het doorverkopen van verwijderde fietsen
Het is noodzakelijk om gevaarlijk geplaatste fietsen en te lang gestalde fietsen door de hele stad te verwijderen. Deze handeling is in zichzelf een publieke activiteit. Echter, fietsen die niet worden afgehaald bij het fietsdepot worden na verloop van de wettelijke termijn doorverkocht. Dit om een te grote voorraadvorming en een onevenredige claim op de opslagcapaciteit te voorkomen.
De prijs die wordt betaald voor de fietsen is de marktprijs van de desbetreffende fiets. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen drie verschillende tarieven, afhankelijk van de staat van de fiets. Volgens de Wet zou de integrale kostprijs van de fiets moeten worden doorbelast. De marktwaarde van de doorverkochte fietsen is in de regel dusdanig gering, dat deze vrijwel altijd onder de integrale kostprijs ligt. Dit valt te rechtvaardigen doordat, wanneer deze fietsen niet worden doorverkocht, een oneindige behoefte zou ontstaan aan extra opslag. Daarnaast wordt dit vanuit het oogpunt van hergebruik niet acceptabel geacht.
16. Verstrekken van leningen ter bevordering van energiebesparing en duurzame opwekking
Binnen de opgave Energietransitie worden leningen verstrekt aan verschillende actoren in het speelveld van energiebesparing en duurzame energieopwekking. Dit zijn enerzijds leningen die direct gericht zijn op het niveau van de consument van energie. Denk hierbij aan scholen en particulieren. Anderzijds bestaat er een lening die focust op het faciliteren van de Utrechtse bedrijvigheid om zichzelf te organiseren en als bedrijven gezamenlijk tot energiebesparing en duurzame opwekking te komen en aan een stichting die bedrijven financieel ondersteunt met leningen en participaties. Het verstrekken van leningen is een economische activiteit door private partijen zoals banken, investeringsmaatschappijen of andere particuliere geldschieters. Echter, zij zijn niet altijd bereid krediet te verstrekken ten behoeve van ontwikkeling van nieuwe technologieën, aan investeringen met lagere rendementen of kleine leningen waarbij relatief hoge transactiekosten zijn. Wanneer maatschappelijke organisaties, bewoners en/of bedrijven geen eigen reserves te hebben om investeringen te doen in duurzaamheid, en de private financiers niet voldoende zekerheid hebben, of de kosten (nog) te hoog vinden, komt de markt niet tot ontwikkeling. Het is juist deze ontwikkeling die noodzakelijk is voor het bereiken van de doelstellingen van de opgave Energietransitie. Om de doelstellingen in CO2-reductie en de opwekking van duurzame energie, waarbij de investeringen en initiatieven die zorgen voor het bereiken van deze doelstellingen voortkomen uit de private sector, te realiseren, is het noodzakelijk om de markt op gang te helpen. Een rol die de markt nog niet in een dusdanige mate oppakt dat de doelstellingen van het beleid worden bereikt. De economische activiteit van het verstrekken van leningen wordt gegeven deze situatie uitgevoerd door de Gemeente Utrecht. Het streven is om de markt op gang te helpen, en zodra dit niet meer nodig is, deze economische activiteit over te laten aan de markt zelf. Tot dat moment is er echter sprake van een economische activiteit in algemeen belang aangezien de beleidsdoelstellingen anders niet worden gerealiseerd.
17. Het informeren en adviseren van marktpartijen inzake Energietransitie
Binnen de opgave Energietransitie wordt de markt voor energiebesparing en duurzame opwekking nog op een andere manier op gang geholpen dan door het verstrekken van de hierboven beschreven kredieten. Het is namelijk niet voldoende om enkel kredieten beschikbaar te stellen tegen aantrekkelijke voorwaarden, ook moet het bewustzijn, de kennis en de informatie aanwezig zijn met betrekking tot energiebesparing en duurzame energieopwekking. Wanneer dit ontbreekt zal de markt op dit gebied niet op gang komen. Een verschijnsel dat in de weg staat van de beleidsdoelstellingen van de opgave Energietransitie. In dit kader wordt vanuit het programma geïnformeerd en geadviseerd over energiebesparing en duurzame energieopwekking. Dit ook nadrukkelijk vanuit de gedachte dat de markt in staat wordt gesteld zichzelf te organiseren en vooruitgang te boeken op het gebied van energiebesparing en nieuwe vormen van energieopwekking. Informeren en adviseren is een economische activiteit die, in mindere mate, ook zou kunnen worden uitgevoerd door de markt. Denk aan adviesbureaus, accountants, installatie- en bouwbedrijven en energieleveranciers. Echter, de economische waarde van dit advies en deze informatie is op dit moment niet voldoende voor deze marktpartijen om dit zelfstandig te doen. Om de markt op gang te helpen en via die weg de beleidsdoelstellingen te realiseren, worden binnen de opgave Energietransitie deze activiteiten uitgevoerd in het algemeen belang.
18. Economische activiteiten schoon vervoer
a. Vervallen: Het aanbieden van oplaadpalen voor elektrische voertuigen (vervallen omdat de gemeente een concessie (Europees aanbesteed) heeft gesloten, waarbij marktpartijen de exploitatie van de oplaadpalen kostendekkend op zich nemen).
b. Het aanbieden van intelligente bandenpompen.
Vanuit het programma Gezonde lucht voor Utrecht zijn op een aantal strategische locaties intelligente bandenpompen gerealiseerd die vrij toegankelijk zijn. Het aanbieden van de bandenpompen kan gezien worden als economische activiteit aangezien tankstations deze dienst vaak ook aanbieden: veelal tegen betaling van een vergoeding kan gebruik worden gemaakt van deze dienst. Dit kan als drempel worden ervaren door de automobilist. Daarnaast blijken de bandenpompen niet altijd even goed te functioneren. Beide factoren dragen bij aan het verschijnsel dat automobilisten hun bandenspanning maar sporadisch controleren. Brandstofverbruik en de slijtage van banden is een belangrijke bron van fijnstof en extra uitlaatgassen in de lucht. Het verbeteren van de bandenspanning draagt hierdoor bij aan het afnemen van de hoeveelheid fijnstof en stikstofoxiden in de lucht en derhalve aan het behalen van de doelstellingen van het programma Gezonde lucht voor Utrecht. Tevens zal door het verlaagde brandstofverbruik de uitstoot van koolstofdioxide afnemen. Aangezien hier kansen liggen die tot op heden door de markt nog beperkt worden gegrepen, springt de gemeente in dit gat. Het doel hiervan is ervoor te zorgen dat de markt dit voorbeeld overneemt.
19. Activiteiten die worden uitgevoerd in het kader van of naar aanleiding van grootschalige (sport)evenementen
De Gemeente Utrecht verbindt zich aan grootschalige (sport)evenementen. Ten behoeve van zo’n evenement kan de gemeente economische activiteiten verrichten die onder de kostprijs worden aangeboden. Te denken valt hierbij aan wegomleidingen/wegafzettingen, inzet van personeel, aanbieden van faciliteiten, et cetera. Met een grootschalig (sport)evenement plaatst de gemeente zich in de kijker bij de (inter)nationale sportliefhebber. Daarnaast kan een evenement bijdragen aan de lokale economie waaronder horeca, hotels, detaillisten, et cetera. Zonder inbreng van de gemeente is de kans heel klein dat zo’n grootschalig (sport)evenement in de gemeente plaatsvindt.
20. Verhuur aan creatieve bedrijven/startups in cultuurcluster Berlijnplein (NIEUW)
De gemeente Utrecht zou bij verhuur aan creatieve bedrijven/start-ups op basis van de Mededingingswet een kostprijsdekkende huur in rekening moeten brengen. De kostprijsdekkende huur in het cultuurcluster Berlijnplein ligt vanwege de hoge ambities (onder andere op het gebied van circulair en energieneutraal bouwen) substantieel hoger dan de markthuur. De inschatting is dat er bij een kostprijsdekkende huur geen partijen zijn, die deze ruimte willen huren.
De gemeente wil een cultuurcluster ontwikkelen met daarin een mix van culturele organisaties, onderwijsorganisaties en creatieve bedrijven en hen de mogelijkheid bieden om ruimte in een zeer vooruitstrevend circulair gebouw te huren tegen marktconforme huur. Hiervoor heeft de gemeenteraad een aanvullend algemeen belang besluit genomen op 20 mei 2021.
Tabel Toezeggingen met OO/activiteit
Activiteit | Kosten | Opbrengsten | Kosten | Opmerkingen | Organisatie onderdeel |
---|---|---|---|---|---|
1. Bevoorrading horeca met elektrische boot | VERVALLEN | ||||
2. Kredietverlening: sociale leningen en saneringskredieten | Geen kostprijsberekening mogelijk | W&I | |||
3. Voorlichting seksuele gezondheid op het MBO | VERVALLEN | ||||
4. Weerbaarheids-training Kom op voor jezelf | VERVALLEN | ||||
5. Sportvoorzieningen en welzijnsvoorzieningen | 41.961.000 | 13.441.000 | 32,0% | MO | |
6. Verhuur accommodaties t.b.v. sport, gezondheid en welzijn | 15.697.000 | 4.856.000 | 30,9% | VGU | |
7. Beschikbaar stellen gemeentelijke gebouwen | 8.158.000 | 849.000 | 10,4% | VGU | |
8. Tijdelijke vastgoed verhuur | Geen kostprijsberekening mogelijk (zie noot 1) | VGU | |||
9. Onrendabele top | Zie noot 2 | VGU | |||
10. Parkeergelegenheid in belanghebbenden garages | 619.032 | 384.000 | 62,0% | Betreft de volgende garages: Tuinstraat, Jan Meyenstraat, Lange Lauwerstraat, Korte Nieuwestraat, Albracht, Malba, Wolvenplein, ABC-straat. | SB/VGU |
11. In eigendom hebben en exploiteren van parkeergelegenheid in openbare garages | 5.610.592 | 6.249.000 | 111,4% (zie noot 3) | Betreft alle openbare garages: Grifthoek, Kop van Lombok, Vaartsche Rijn, Kruisstraat, Croeselaan en Berlijnplein | SB/VGU |
12. Het bieden van parkeergelegenheid in P+R-voorzieningen | 3.127.144 | 2.986.000 | 95,5% | Betreft P&R-voorzieningen: De Uithof, Papendorp, Westraven. | SB/VGU |
13. Exploitatie van openbare fietsenstallingen | 5.453.351 | 1.112.000 | 20,4% | Betreft negen openbare stallingen. | SB/VGU |
14. Fietsparkeergelegenheid in buurt-fietsenstalling en fietstrommels | 659.372 | 113.000 | 17,1% | Betreft 40 buurtstallingen en diverse fietstrommels. | SB/VGU |
15. Doorverkopen verwijderde fietsen | 329.345 | 34.127 | 10,4% | Bestaat uit beheer en onderhoud depot. Opbrengsten via verkopen van fietsen. | VTH |
16. Verstrekken van leningen ter bevordering van energiebesparing | Geen kostprijsberekening mogelijk | OOR | |||
17. Informeren en adviseren inzake Energietransitie | 250 | 0 | 0% | Per advies | OOR |
18a. VERVALLEN | |||||
18b. Aanbieden van intelligente bandenpompen | 2.125 | 0 | 0% | OOR | |
19. Grootschalige sportevenementen | Zie noot 4 | MO | |||
20. Verhuur cultuurcluster Berlijnplein | P.M. (zie noot 5) | CZ |
- Het gaat hier met name om leegstandsbeheer ter voorkoming van kraak en er ligt dus geen kostprijsberekening onder de vergoeding.
- Grondexploitaties worden tegenwoordig alleen geopend als er een positief saldo is. Wel kan er sprake zijn van een subsidiebijdrage. Dit wordt expliciet gerapporteerd. Bij lopende grondexploitaties kan uit het saldo worden opgemaakt of de kostprijs hoger is dan de marktwaarde. Vooral voor deze lopende grondexploitaties is indeling ‘algemeen belang’ van belang.
- Momenteel zijn de openbare garages kostendekkend, het is echter mogelijk dat in volgende jaren de baten en lasten zich zodanig ontwikkelen dat deze garages weer onder de kostprijs worden geëxploiteerd, daarom kan dit onderdeel (nog) niet vervallen.
- Bij (sport)evenementen gelden de volgende principes: De organisator van het evenement dient een aanvraag voor een vergunning in en betaalt daarvoor leges. Leges zijn kostendekkend.
Kosten die specifiek voor het evenement worden gemaakt worden doorberekend aan het evenement conform de Utrechtse regels voor kostentoerekening.
Omdat een eventuele inzet van de gemeente per evenement kan verschillen, is er geen eenduidige kostprijs te bepalen. Een evenement kan gesubsidieerd worden door de gemeente en deze subsidie kan in natura of in cash plaatsvinden. Bijdragen in natura worden gewoonlijk gewaardeerd tegen de kostprijs die de gemeente daarvoor betaalt. - Het cultuurcluster is nog niet gerealiseerd, dus er kunnen nog geen kosten en opbrengsten worden aangegeven.