Risico | Maatregel |
|---|
Na-effecten coronapandemie, wat voor diverse ondernemers een financieel gezonde bedrijfsvoering belemmert. Denk aan hoge schuldenlast, ondernemers die zichzelf onder bijstandsniveau uitbetalen, enzovoorts. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor de werkgelegenheid in onze stad, waaronder uitstel door ondernemers van investeringen in duurzaamheidsmaatregelen. | - Uitvoering Ondernemer Centraal: coaching, advies en ondersteuning voor en door ondernemers.
- Inzet op vitale hoofdstructuur retail via onder andere de subsidieregeling Vitale Winkelgebieden en programma Morgen Mooier Maken voor de binnenstad.
|
|---|
Een laagconjunctuur leidend tot onder meer teruglopende investeringen in vastgoed heeft negatieve gevolgen voor de groei van bedrijven en werkgelegenheid. | - In ons arbeidsmarktbeleid focussen we ons op sectoren waarvan we verwachten dat deze in de toekomst en/of tijdens laagconjunctuur nog steeds werkgelegenheid bieden.
|
|---|
Krapte op de arbeidsmarkt, zowel in markt als bij gemeenten de markt leidt dit tot belemmeringen in ondernemerschap, bij de gemeente tot belemmeringen in het uitvoeren van onze ambities. | - Marktgroepenaanpak, om zoveel mogelijk mensen toe te leiden naar duurzaam werk en passend bij de maatschappelijke opgaven van onze stad.
- Actieve wervingscampagne voor vergroten uitvoeringskracht Economie.
|
|---|
Ongunstige marktomstandigheden , zoals stijgende kosten voor grondstoffen en energie, netcongestie en inflatie. Dit kan leiden tot problemen in de bedrijfsvoering bij ondernemers, en stagneert groei en het aantrekken van kapitaal. | - Ondernemer Centraal
- Faciliteren verduurzaming / circulair ondernemen.
- Subsidie Vitale Winkelgebieden
- Subsidieregeling Werk naar Werk.
|
|---|
Toenemend ruimtegebrek voor werkgelegenheid (kantoren, bedrijven, winkels, instellingen), waardoor er onvoldoende mogelijkheden zijn voor meegroeien van de werkgelegenheid met groei van de bevolking. | - Aanpak intensivering werklocaties.
- Regionale afstemming werklocaties
|
|---|
Financieel risico inzake het BUIG-budget.
Op basis van een landelijk objectief verdeelmodel krijgen we jaarlijks budget om uitkeringen te verstrekken. Nog steeds is ons BUIG-budget niet volledig toereikend om alle uitkeringen te verstrekken. Financiële dekking vindt plaats vanuit de Algemene Middelen.
Voor de uitstroom naar werk zijn m.n. wij afhankelijk van werkgevers die de werkzoekenden in dienst willen en nemen en houden. Een daling van de werkgelegenheid heeft daarom altijd gevolgen voor de ontwikkeling van ons bijstandsbestand. | - Lobby richting Rijk voor een beter verdeelmodel + rechtmatig verstrekken van uitkeringen.
- Verder zetten wij actief in op re-integratie werktoeleiding, gericht op uitstroom naar werk.
- Voor Utrechters bij wie de arbeidsmarkt nog op afstand staat, hebben we extra aandacht zodat zij wel stappen richting werk kunnen maken. We zetten hiervoor structureel extra middelen in, vanuit ‘Arbeidsmarkt dichtbij’.
- Met een actieve werkgeversbenadering binden we daarnaast werkgevers aan ons die zich duurzaam willen inzetten voor onze doelgroepen.
|
|---|
Door stijgende lasten en inflatie hebben Utrechters met hetzelfde inkomen minder te besteden. Bij huishoudens met een laag inkomen staat de bestaanszekerheid onder druk. Door de stijgende lasten bestaat het risico op een verbreding van deze problematiek richting de lage middeninkomens. De gemeente heeft niet de beleidsinstrumenten om structurele inkomenstekorten te dempen en het Rijk biedt tot nu toe geen oplossing in de vorm van toereikend inkomensbeleid.
| - Inkomensbeleid is voorbehouden aan het Rijk. Wij monitoren de ontwikkelingen in wet- en regelgeving.
|
|---|
De wetgeving vanuit het rijk is bepalend voor de inzet van onze middelen
Nieuwe wetgeving of financieringssystematieken kunnen beteken dat er een groter beroep gedaan wordt op bepaalde instrumenten of dat er een nieuwe prikkel ontstaat om instrumenten meer in te zetten, zoals bij LKS. | - Monitoren ontwikkelingen wetgeving
|
|---|
Zie voor de financiële impact van het risico inzake het BUIG-budgetde paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing.