De wettelijke normen die van toepassing zijn voor de financieringsfunctie hebben betrekking op:
- renterisico's en
- het schatkistbankieren.
Alle normen zijn conform de voorschriften berekend op basis van het begrotingstotaal aan lasten voor bestemming.
Renterisico's
In de Wet fido worden de volgende renterisico's onderscheiden:
- het renterisico van de vlottende (kortlopende) schuld. Om dit risico te beheersen is in de Wet fido een norm gesteld voor het maximum bedrag waarop de gemeente haar financiële bedrijfsvoering met kortlopende middelen (looptijd < 1 jaar) mag financieren: de kasgeldlimiet. Hiermee wordt voorkomen dat de fluctuatie van de korte rente een te grote invloed heeft op het niveau van de rentelasten in het begrotingsjaar.
- Het renterisico van de langlopende schuld. Om dit risico te beheersen is in de Wet fido een norm gesteld om renteherzieningen en aflossingen van financieringen goed in de tijd te spreiden: de renterisiconorm. Het doel daarvan is het voorkomen van een overmatige afhankelijkheid van het renteniveau in één bepaald jaar.
Tabel 6
x €1.000.000 | |
Bepaling kasgeldlimiet en renterisiconorm 2024 | |
Begrotingstotaal aan lasten | 2.013,0 |
Kasgeldlimiet; percentage conform Wet Fido (Ufdo) | 8,5% |
Kasgeldlimiet 2024 | 171,1 |
Renterisiconorm; percentage conform Wet Fido (Ufdo) | 20,0% |
Renterisiconorm 2024 | 402,6 |
Voor de renterisiconorm is relevant dat wij intern een strengere norm hanteren dan de wet voorschrijft. De interne norm is gesteld op 10% van het schuldrestant van de leningenportefeuille aan het begin van het jaar. Zie hiervoor tabel 4 onder het kopje Financierings- en schuldenpositie.
Schatkistbankieren
Op grond van de Regeling Schatkistbankieren dienen decentrale overheden eventuele overtollige geldmiddelen in ’s Rijks Schatkist aan te houden, dit met uitzondering van een zeker drempelbedrag. Uit onderstaande tabel blijkt dat het gemeentelijke drempelbedrag voor 2024 ruim13 miljoen euro bedraagt. Zolang het gemeentelijke banksaldo op kwartaalbasis bezien onder dat bedrag blijft hoeft de gemeente geen geldmiddelen in de Schatkist te stallen.
Tabel 7
x €1.000.000 | ||||
Bepaling drempelbedrag Schatkistbankieren 2024 | ||||
Begrotingstotaal aan lasten | 2.013,0 | |||
Waarvan: | Relevant percentage | Opbouw drempelbedrag | ||
1e schijf | 500,0 | 2,00% | 10,00 | |
2e schijf | 1.513,0 | 0,20% | 3,03 | |
Drempelbedrag Schatkistbankieren voor 2024 | 13,03 |
Uit het onderdeel Financierings- en schuldpositie komt duidelijk naar voren dat de gemeente in termen van financiering voornamelijk aan de opnemende kant zit. Daarmee is de verwachting dat de gemeente slechts in een incidenteel geval genoodzaakt zal zijn om geldmiddelen in de Schatkist aan te houden.