Uit hoofde van de publieke taak heeft de gemeente geldleningen verstrekt en borgstellingen afgegeven. Het beleid ten aanzien van deze zaken is vastgelegd in het Kader geldverstrekkingen. Daarin is bepaald dat wij bij voorkeur een lening waarborgen dan dat wij deze verstrekken.
Indien de gemeente leningen verstrekt of waarborgt is daaraan een kredietrisico verbonden, ofwel het risico dat de geldnemer niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen.
Verstrekte geldleningen
De gemeente Utrecht heeft uit hoofde van de publieke taak een aantal leningen verstrekt aan lokaal opererende organisaties. Deze leningen kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Tabel 8 Verstrekte geldleningen
x €1.000 | ||
Omschrijving | Verwachte restant hoofdsom per eind 2024 | Risicoprofiel |
A Leningen waarvoor beleidsregels zijn vastgesteld | ||
| 3.986 | Laag |
| 4.259 | Laag |
| 7.727 | Laag |
| 1.000 | Laag |
B Overige leningen | ||
| 209 | Laag |
| 155 | Laag |
| 1.068 | Middel |
| 5.050 | Hoog |
| 1.000 | Laag |
| 1.000 | Laag |
| 70 | Laag |
Totaal | 25.524 |
(1) Om de vijf jaar wordt deze faciliteit herzien. De komende herziening zal in 2024 plaatsvinden.
Voor de leningen met een hoog risicoprofiel zijn deels afzonderlijke risicovoorzieningen opgenomen of wordt deels rekening gehouden in het gemeentebrede risicomodel voor de bepaling van de noodzakelijke omvang van de algemene reserve.
Gewaarborgde geldleningen
Borgstellingen kunnen op twee manieren voorkomen:
1. Directe borgstelling. Hierbij staat de gemeente jegens geldgevers borg voor de betaling van rente en aflossing op langlopende geldleningen die door lokale organisaties, instellingen of verenigingen zijn aangetrokken die veelal activiteiten verzorgen die in het verlengde liggen van de gemeentelijke publieke taak. Bij borgstellingen in de sfeer van sport kan er sprake van zijn dat de Stichting Waarborgfonds Sport (SWS) als mede-borg optreedt. In dat geval wordt het risico gezamenlijk gedragen.
2. Achtervang. Dit houdt in dat de gemeente, al dan niet samen met het Rijk, een rol speelt in de zekerheidsstructuur van een waarborgfonds, bijvoorbeeld de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Door deze structuur kunnen instellingen die bij het waarborgfonds aangesloten zijn tegen de laagst mogelijke rente lenen. Mede vanwege de strenge toelatingscriteria en periodieke toetsing door het fonds loopt de gemeente hierbij een lager risico dan bij directe borgstellingen. Betrokkenheid van waarborgfondsen betekent dat de borgstelling wordt gedeeld. In dat geval is de netto geborgde schuld lager dan de restant hoofdsom van de lening.
De portefeuille aan gewaarborgde geldleningen zal per eind 2024 naar verwachting het volgende beeld te zien geven:
Tabel 9 Gewaarborgde geldleningen
x €1.000 | |||
Omschrijving/categorie | Verwachte restant hoofdsom per eind 2024 | Verwacht netto geborgd bedrag per eind 2024 | Netto geborgd in % van totaal |
Directe borgstellingen | |||
Organisaties volkshuisvesting en monumenten | 6.338 | 6.338 | |
Maatschappelijke- en zorginstellingen | 8.226 | 8.226 | |
Sportorganisaties | 3.777 | 2.541 | |
Subtotaal directe borgstellingen | 18.341 | 17.105 | 3,0% |
Achtervang in waarborgfondsen | |||
Waarborgfonds Sociale Woningbouw, WSW (1) | 2.230.709 | 557.679 | 97,0% |
Waarborgfonds Eigen Woningen, WEW (2) | pm | pm | |
Totaal | 2.249.050 | 574.784 | 100,0% |
(1) Het hierboven weergegeven netto geborgde bedrag is gewaardeerd op 25% van de door het WSW voor lokale woningcorporaties geborgde schuldrestant, dit op basis van de vastgestelde verliesverdeling bij calamiteiten: 25% als (eigen) schadegemeente-deel, 50% Rijk en 25% overige gemeenten.
(2) Het WEW is de uitvoerder van de Nationale Hypotheekgarantie (NHG). Gemeenten zijn per 1-1-2011 uit de WEW-achtervang getreden. Voor NHG-garanties die tot dat moment zijn afgegeven blijft de gemeente nog wel aanspreekbaar. De tot 2011 afgegeven en nog lopende Utrechtse NHG’s kenden per eind 2022 een oorspronkelijke hoofdsom van circa 0,8 miljard euro. Het WEW heeft geen informatie beschikbaar waaruit blijkt hoeveel daarvan nog openstaat.
Zowel WSW als WEW geven elk jaar een meerjarenprognose af met betrekking tot het mogelijke beroep op de achtervang. Gezien de eigen garantievermogens van beide fondsen wordt dat risico vooralsnog als nagenoeg nihil ingeschat.
Onder normale omstandigheden is het risicoprofiel van de direct gewaarborgde geldleningen laag. Een verhoogd risico doet zich voor bij de volgende borgstellingen:
x €1.000.000 | |||
Categorie | Omschrijving | Verwacht netto geborgd | Risico |
Monumenten | NRF Stichting Domplein | 0,929 | Hoog |
Maatschappelijke instellingen | Stichting de Bibliotheek | 1,225 | Middel |
Sport | Stichting Rijnvliet | 0,475 | Middel |
Op grond van het Kader geldverstrekkingen dient per nieuw gewaarborgde geldlening een aparte risicovoorziening te worden ingericht, tenzij de betreffende post wordt meegenomen in het gemeentelijke risicomodel. Wij informeren u afzonderlijk indien het risicoprofiel van verstrekte leningen en van verstrekte waarborgen op leningen zich ongunstig ontwikkelt.
Voor verdere specificatie verwijzen wij naar de Staat van Gewaarborgde geldleningen elders in deze begroting.