Kwijtschelding
Kwijtschelding kan worden verleend voor aanslagen ten name van natuurlijke personen voor belastingaanslagen in de privésfeer. Kwijtschelding kan alleen worden verleend voor de onderstaande belastingen:
- Onroerende-zaakbelasting
- Afvalstoffenheffing
- Rioolheffing, als bedoeld in art. 3, eerste lid, onderdeel a, van de verordening rioolheffing
- Hondenbelasting, voor ten hoogste twee honden per houder
Bij de kwijtschelding van bovenstaande belastingen wordt in afwijking van artikel 16, eerste en tweede lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de
kosten van bestaan gesteld op 100%. Onverminderd het voorgaande wordt overeenkomstig artikel 3 van de Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden voor de vaststelling van de kosten van bestaan van pensioengerechtigden in plaats van de bijstandsnorm het netto ouderdomspensioen gehanteerd.
De vermogensgrens wordt verruimd met de verruimde wettelijke vermogensnorm van maximaal € 2.000,- en de netto kosten kinderopvang worden meegenomen in de berekening voor kwijtschelding.
Het kwijtscheldingsbeleid is door uw raad op 22 december 2022 vastgesteld.
Tabel: Aantal kwijtscheldingen en bedrag kwijtscheldingen
x €1.000 | ||||
2023 | 2024 | |||
Aantal | Bedrag | Aantal | Bedrag | |
OZB | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rioolheffing | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afvalstoffenheffing één persoon | 7.970 | 2.507 | 8.305 | 2.883 |
Afvalstoffenheffing meer personen | 5.772 | 2.114 | 1.799 | 831 |
Hondenbelasting | 900 | 77 | 900 | 77 |
Totaal | 4.698 | 5.141 |
Als van tevoren duidelijk is dat kwijtschelding wordt verleend, wordt er overgegaan tot automatische kwijtschelding. Voor de OZB en de rioolheffing is geen bedrag aan kwijtschelding opgenomen. De reden hiervoor is dat de aanslagen voor deze belastingen worden opgelegd aan de eigenaren van woningen. Een eventuele overwaarde van de woning telt mee bij de vermogenstoets bij de kwijtschelding. Vanwege de sterk gestegen huizenprijzen is daardoor het vermogen al reeds te hoog om voor kwijtschelding in aanmerking te komen.
Oninbaar
Van oninbaarheid is sprake als een belastingschuldige wel moet betalen, maar invordering op de gebruikelijke wijze in de praktijk niet (meer) mogelijk is. Dat doet zich bijvoorbeeld voor als de belastingschuldige failliet is gegaan of de belastingschuldige vertrokken is zonder dat de nieuwe verblijfplaats bij de invorderingsambtenaar bekend is.
Tabel: Bedrag oninbaarheid
x €1.000 | ||||
2023 | 2024 | |||
OZB | 430 | 464 | ||
Rioolheffing | 46 | 48 | ||
Afvalstoffenheffing | 120 | 87 | ||
Hondenbelasting | 4 | 4 | ||
Toeristenbelasting | 20 | 21 | ||
Precariobelasting | 20 | 20 | ||
Parkeerbelasting | 150 | 176 | ||
Totaal | 790 | 820 |
De begrote bedragen zijn gebaseerd op de resultaten van het afgelopen jaar en de inschattingen van de op dit moment naar aanleiding van de lopende invordering. Ervaringscijfers over 2022 en 2023 tot nu toe, laten zien dat de OZB opbrengst elk jaar stijgt. In 2024 wordt een hogere OZB opbrengst verwacht vergeleken met het voorgaande jaar. Om die reden is het bedrag aan oninbaar voor 2024 hoger. Wegens de ervaringscijfers over 2022 en 2023 tot nu toe en het uitbreiden van het betaald parkeergebied is het begrote bedrag voor de parkeerbelasting hoger bijgesteld.
Een meer gedifferentieerd tarievenstelsel voor de afvalstoffenheffing met ingang van 1 januari 2024 zorgt ervoor dat met name de tarieven in de één en twee persoonshuishoudens lager is. De oninbaarheid van de heffing vindt met name daar plaats met als gevolg dat het bedrag lager is dan eerdere jaren.
Voor alle belastingen tezamen is het bedrag aan oninbaar hoger dan dat voor het begrotingsjaar 2023.
In bovenstaand schema is voor de parkeerbelasting niet het aandeel van de buitenlandse kentekens opgenomen. In de jaarrekening wordt tevens aangeven hoeveel naheffingsaanslagen die in het belastingjaar voor invordering aan buitenlandse kentekenhouders zijn overgedragen uiteindelijk niet tot een betaling hebben geleid.