De totale benodigde weerstandscapaciteit bedraagt 60,6 miljoen euro. Deze uitkomst is tot stand gekomen na een Monte-Carlosimulatie en kent een zekerheidspercentage van 90%. Voor de begroting 2024 kunnen we dus met 90% zekerheid aangeven dat we met 60,6 miljoen euro voldoende financiële buffer hebben om de financiële gevolgen van onze risico’s op te vangen.
De vorige gemeentebrede risico-inventarisatie heeft plaatsgevonden in januari 2023 ten behoeve van de Jaarrekening 2022 en hierbij was het benodigd weerstandsvermogen 64,7 miljoen euro. Ten opzichte van de vorige risico-inventarisatie is het benodigd weerstandsvermogen gedaald met 4,1 miljoen euro naar 60,6 miljoen euro. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door onderstaande mutaties:
- Het risico ‘’nieuwe systematiek gemeentefonds’’ is verhoogd met 2,1 miljoen euro.
Vanaf 2026 komt er een nieuwe financieringssystematiek voor het gemeentefonds, deze is in de meicirculaire 2023 aangekondigd. Met de komst van deze systematiek wijzigt de groei van het gemeentefonds (accres) en de doorrekening van de indexatie.
- Het risico ‘’autonome groei Jeugdwet en Wmo’’ is verlaagd met 1,1 miljoen euro.
- Het risico ‘’ prijsstijgingen’’ is verlaagd met 3,7 miljoen euro.
- Het risico ‘’ontwikkeling gemeentefonds’’ is komen te vervallen (-1,3 miljoen euro), omdat de systematiek van “trap op, trap af” tot en met 2026 is bevroren (en daarmee geen impact heeft op onze meer/ minder inkomsten) en daarna komt de nieuwe financieringssystematiek voor het gemeentefonds.